• Colofon
  • Over
  • Meedoen
  • Contact

zaterdag 21 juni 2025

Podium voor de journalistiek

RedPers logo

zaterdag 21 juni 2025

podium voor de journalistiek

Binnenland

Straatkranten verdwijnen, maar zijn nog altijd even belangrijk: ‘Vroeger verkocht ik er tien per uur, nu tien per week’

Met stijgende productiekosten en dalende verkoopcijfers heeft de straatkrant het zwaar. Dat raakt meer dan alleen de straatverkoper naast de lokale supermarkt. Waarom is het belangrijk dat de straatkrant toch blijft bestaan?

Door Nova Spier

9 minuten

Artikel afbeelding

6 juni 2025

“Mevrouw, heeft u misschien een kleine bijdrage?” Met een bescheiden glimlach spreekt de 58-jarige Wilma elke voorbijganger aan die tussen de Grote Markt en de Vismarkt in Groningen doorloopt. Al vijftien jaar verkoopt ze de straatkrant. “Als De Riepe zou stoppen, dan heb ik geen dagbesteding meer.” 

Wilma begon met het verkopen van de straatkrant toen ze dakloos was en kampte met een alcoholverslaving. Inmiddels is ze al negen jaar nuchter en heeft ze een woning. Toch is de straatkrant voor haar nog erg belangrijk. “Ik word helemaal gek als ik de hele dag binnen zit. Ik heb de interactie met mensen nodig. Verder leef ik hier in principe nog steeds van. Ik heb drie kinderen en dit weekend ga ik naar Hengelo. Mijn kleindochter wordt vier dus dan moet ik haar opzoeken. Van mijn uitkering kan ik dat treinkaartje niet betalen”, vertelt de verkoopster voor ze de volgende voorbijgangers aanspreekt: “Wilt u misschien een Riepe?”

Een van de laatste vier

Terwijl het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt dat het aantal dak- en thuislozen voor het tweede jaar op rij is toegenomen met 2.400 tot 33 duizend, verdwijnen steeds meer straatkranten. Zo publiceerde Stichting Straatjournaal uit Haarlem in maart na 28 jaar zijn laatste exemplaar. Dalende verkoopcijfers en stijgende productiekosten vormen het einde van het niet-gesubsidieerde project. Daarmee blijven er vier officiële straatkranten over in Nederland. 

Het Noord-Nederlandse straatmagazine De Riepe is een van deze laatste vier. Het maandelijkse magazine werd opgericht in 1997 als een non-profit project om dak- en thuislozen van een bezigheid en geld te voorzien. Dat De Riepe ook dalende verkoopcijfers ziet, blijkt niet meteen op de eerste maandag van maart in het distributiecentrum aan het Eemskanaal. De eerste verkopers komen vanaf 08:30 langs om de gloednieuwe maand-editie op te halen voor 1,20 euro per stuk, om die ‘s middags voor 2,10 te verkopen naast hun lokale supermarkt. De 0,90 cent verschil mogen de verkopers in eigen zak steken.

Contant geld of QR-codes?

Straatverkopers stromen naar binnen en naar buiten. Ze laten hun blauwe, geplastificeerde verkoperspas zien en leggen briefgeld en broodzakjes vol muntgeld op de toonbank. De ene vrijwilliger schrijft hun naam, het aantal Riepes dat ze kopen en het betaalde bedrag op  terwijl een andere vrijwilliger het muntgeld in een telmachine gooit en het juiste aantal magazines erbij pakt.

“Heb je nog tien cent?”

“Nee.”

“Dan krijg je die van mij. Dan heb je 89 Riepes.” 

“En dan nog die drie gratis?” 

“Ja, kijk eens. Fijne dag!”

Het is extra druk op de eerste maandag van de maand, omdat verkopers die dag drie gratis Riepes kunnen ophalen. “Dat doen we om een actueel beeld te houden van de verkopers”, legt projectleider Tony Grootenhuis uit. Het aantal verkopers is de afgelopen jaren flink afgenomen en fluctueert veel. “We hebben er nu zo’n zeventig, maar rond de feestdagen hebben we er zo’n twintig of dertig meer. Veel mensen gunnen de verkopers rond die tijd wat extra’s.” Zo’n tachtig procent van de verkopers behoren tot Roma-families uit Roemenië en Bulgarije. Zij verkopen vooral Riepes in dorpen en steden rondom Groningen, in Friesland en in Drenthe. In de binnenstad van Groningen verkopen vooral dak- en thuislozen de straatkrant. 

Verkoper Romulus Ciurariu en zijn vrouw vragen vrijwilliger Maythe Busquet om hulp. Het Roemeense stel van eind veertig heeft voor de zoveelste keer problemen met hun betaalkastje. Steeds minder mensen hebben contant geld op zak. Daarom kunnen verkopers ook een pinapparaatje meekrijgen, maar elke week ziet Busquet het stel met een geblokkeerd apparaat. “Gelukkig krijgt zij volgende week een Nederlandse bankrekening. Dan downloaden we samen de bankapp en dan kunnen mensen met QR-codes afrekenen.”

Werk, dagbesteding en geld

“Wij verkopen De Riepe al heel lang”, vertelt mevrouw Ciurariu. “Bijna elf jaar.” Waarom? “Voor eten. En vier kinderen.” De Ciurarius verkopen honderden exemplaren per maand op meerdere locaties: een Plus in Feanwâlden, een Albert Heijn in Leeuwarden, een andere supermarkt in Borger. In totaal wordt De Riepe op ruim tweehonderd locaties verkocht. Verkopers in de binnenstad van Groningen hebben vaak één locatie, maar veel Roma-verkopers die buiten de stad komen, hebben wel vijf locaties.

“Deze mensen hebben zo werk, dagbesteding en geld”, vertelt Grootenhuis. Niet iedereen verkoopt De Riepe zo lang als de Ciuraius. Sommigen doen het slechts tijdelijk, zoals een man die zijn verkoperspas van vorig kwartaal komt ruilen voor een nieuwe. Hij leefde een stressvol bestaan als zzp’er en stratenmaker. Na een hartaanval besloot hij het rustiger aan te doen. Nu kan hij bijkomen terwijl hij geld verdient met De Riepe, vertelt hij terwijl hij zijn oom en tante begroet, die ook net binnen lopen. De verkoper probeert een nieuwe locatie te krijgen naast een drukbezochte supermarkt. “Daar staat toch niemand”, zegt hij, maar volgens het systeem is die plek al van iemand anders. 

Fuseren of verdwijnen?

Om 11:40 sluit het distributiecentrum en zijn er 1.976 Riepes verkocht en 96 gratis weggegeven van de 5.000 die Grootenhuis voor maart besteld heeft. “In dit tempo moet ik misschien nog extra bijbestellen, maar als ze niet op gaan kost dat ons geld.” Er zijn jaren geweest dat er maandelijks ruim 10.000 straatkranten werden verkocht, maar ondanks dalende verkoopcijfers maakt de projectleider zich geen zorgen over de toekomst. 

“Ons voortbestaan heeft vooral te maken met het aantal verkopers. We hebben er minder dan vroeger. Hier in de binnenstad hebben we genoeg mensen, maar in de rest van de regio hebben we er minder.” Voor veel dak- en thuislozen buiten de binnenstad is het lastig om naar het distributiecentrum te reizen, terwijl zij het blad ook zouden kunnen verkopen. Daarom blijft de redactie hard op zoek naar nieuwe verkopers. “Als er niemand staat, koopt niemand De Riepe. En er zijn nog altijd wel mensen die hem willen kopen.” Zelfs mensen die het straatmagazine niet lezen, tot ongenoegen van veel redactieleden, maar de verkopers wel willen steunen.

‘Als er niemand staat, koopt niemand De Riepe’

Het fuseren met andere straatkranten zou productiekosten omlaag helpen en het voortbestaan van De Riepe langer verzekeren. “We zijn weleens gevraagd om één landelijke straatkrant te vormen, maar dat willen we niet. We hebben namelijk twee belangrijke groepen”, benadrukt Grootenhuis: “de verkopers én de redactieleden.”

Interactie op straat, dialoog in de samenleving

Op dezelfde maandagochtend heeft de redactie haar wekelijkse vergadering. Een redactielid dat eerst nog hielp bij het distributiecentrum, springt om 09:50 snel op de fiets naar de Hoendiep. Daar werkt de redactie van negentien man, zonder de fotografen, vormgevers en een audiovisueel team mee te tellen: een diverse groep met zowel 16-jarigen als 60-plussers. 

Ze bespreken de voortgang van volgende edities, werken maanden vooruit en lezen elkaars verhalen na. Artikelen over de ‘onderbelichte kant’ van de samenleving, met onderwerpen als dakloosheid, armoede, ongeletterdheid en vluchtelingen. Hiermee proberen ze de vooroordelen over de verkopers en andere mensen op straat uit de wereld te helpen. Bij De Riepe willen ze niet alleen interactie creëren tussen de verkopers en voorbijgangers, maar ook een dialoog creëren in de samenleving met en over een groep die volgens hen minder gezien en gewaardeerd wordt. 

Afstand tot de arbeidsmarkt

De Riepe is niet alleen belangrijk voor de doelgroep waarover ze schrijven, maar ook voor de redactie zelf. Het team bestaat uit vaste, betaalde krachten, stagiaires, vrijwilligers én een groep met afstand tot de arbeidsmarkt die bij de straatkrant re-integreert. 

Zo ook de 52-jarige Edwin Spoelstra, die op de redactie en in het distributiecentrum helpt. “Als manager in een groot bedrijf reed ik elke week heen en weer naar Berlijn in een dure BMW. Ik verdiende een hoog salaris en was elke dag bezig met winst maken, tot ik een burn-out kreeg.” Spoelstra verloor zijn baan en belandde in de schuldsanering voor hij zich als illustrator bij de redactie voegde om te re-integreren op de werkvloer. “Ik ben niet meer elke dag bezig met winst maken, maar dit voelt veel succesvoller en belangrijker. We maken geen winst, maar bieden wel werkkansen voor veel mensen en genereren geld voor onze doelgroep. Dat vind ik heel mooi en dankbaar werk.” 

‘Ik ben niet meer elke dag bezig met winst maken, maar dit voelt veel succesvoller en belangrijker’

De 52-jarige Wietske Aupers zit bij de redactie als een vorm van dagbesteding. Aupers had een goede baan als radiojournalist, maar verloor deze toen ze schizofrenie ontwikkelde. Ze had nog wel een huis, maar zwierf veel over straat. Ook werd ze langere tijd opgenomen. Die ervaringen helpen haar nu om dak- en thuislozen beter te begrijpen. Vanaf 2020 schrijft ze voor De Riepe. “Ik interview mensen over uiteenlopende onderwerpen en ik heb twee jaar lang een column geschreven: ‘Mantelkat’. Mijn kat beeldde zich in dat zij mijn mantelzorger was, oftewel mijn mantelkat. Op een luchtige, humoristische manier probeerde ik soms best wel heftige dingen te vertellen over wat een psychiatrisch patiënt meemaakt.”

Werken voor je geld

Om te blijven voortbestaan zet de redactie in op sociale media, om haar zichtbaarheid te vergroten. Toch blijft het verkopen van De Riepe lastig. “Het is een stuk moeilijker geworden dan vroeger”, merkt Wilma op haar vaste hoek tussen de markten van Groningen. “Voor corona verkocht ik op een goede zaterdag wel tien Riepes in een uur. Nu haal ik dat eerder in een week.” Mensen hebben minder contant geld bij zich. Ondanks dat ze ook met een QR-code bij Wilma kunnen afrekenen, verkoopt ze toch minder kranten. “Mensen zijn daar een beetje huiverig voor.” 

Ook ziet de Groningse steeds minder verkopers om zich heen: collega’s overlijden, terwijl er weinig nieuwe verkopers beginnen. “Toch hoop ik dat De Riepe een goede toekomst heeft. Ik vind het een mooie vorm van dagbesteding en een mooi doel. Het zorgt voor interactie en verkopers doen wat voor hun geld. Ik vind het beter dan bedelen, want je koopt de kranten zelf in en daarna moet je ze verkopen.” Zo hoopt Wilma zelf nog veel treinkaartjes naar haar kleindochtertje te verdienen.

Eindredactie door Maria Groot

Dit artikel werd geschreven door

Nova Spier

Nova Spier (2003, zij/haar) volgt de master Journalistiek in Groningen. Zij werkt al drie jaar als redacteur bij Studenten.com en is nu ook eindredacteur bij Red Pers.

>

Meer van Nova Spier

Meer van Red Pers